AI staat voor "Artificial Intelligence", oftewel kunstmatige intelligentie. Het is een tak van de informatica die zich richt op het ontwikkelen van computersystemen die taken kunnen uitvoeren die normaal gesproken menselijke intelligentie vereisen, zoals leren, redeneren, begrijpen van natuurlijke taal en zien.
Er zijn verschillende benaderingen van AI, waaronder machine learning, neurale netwerken, logica en natuurlijke taalverwerking. Bij machine learning wordt gebruik gemaakt van algoritmen en statistiek om computers te trainen om bepaalde taken uit te voeren, zoals het herkennen van objecten in afbeeldingen of het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen. Neurale netwerken zijn geïnspireerd op de werking van de menselijke hersenen en kunnen worden gebruikt voor beeld- en spraakherkenning. Logica wordt gebruikt om computers te laten redeneren en beslissingen te nemen op basis van regels en voorwaarden. Natuurlijke taalverwerking stelt computers in staat om menselijke taal te begrijpen en te produceren, wat nuttig kan zijn voor chatbots en vertaalprogramma's.
AI heeft tal van toepassingen, zoals zelfrijdende auto's, spraakassistenten, fraudedetectie, medische diagnose en beeld- en spraakherkenning. Hoewel AI veelbelovend is, zijn er ook zorgen over de mogelijke impact op de werkgelegenheid en privacy, en er is een voortdurende discussie over de ethische implicaties van de technologie.